Contouren nieuw systeem box 3

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer de contouren geschetst van belastingheffing over het werkelijk rendement in box 3. Dat nieuwe stelsel krijgt de vorm van een vermogensaanwasbelasting. In een dergelijk stelsel wordt jaarlijks belasting geheven over de werkelijke opbrengsten en de groei of afname van het vermogen.

Vermogen

Uitgangspunt is dat het nieuwe stelsel geldt voor alle vermogensbestanddelen, die nu in box 3 vallen. Volgens de staatssecretaris is de overgang naar het nieuwe stelsel voor een groot deel van de vermogensbestanddelen mogelijk met ingang van 2025. De gegevens van spaar- en beleggingsproducten worden veelal jaarlijks door financiële instellingen aan de belastingplichtigen verstrekt. Voor onroerende zaken is in het coalitieakkoord afgesproken om de waardeontwikkeling aanvankelijk forfaitair te belasten. Wel moet zo snel mogelijk de overstap worden gemaakt naar belastingheffing op basis van het werkelijke rendement. De reden hiervoor is dat de benodigde gegevens niet of onvoldoende beschikbaar zijn om de waardeontwikkeling te belasten. De WOZ-waarde per 1 januari van het belastingjaar wordt pas na afloop van het belastingjaar vastgesteld. Dat is te laat om de belastbare waardemutatie in het belastingjaar te kunnen vaststellen. Opbrengsten als huur en pacht kunnen wel naar hun werkelijke waarde worden belast.

Kosten

Bij overstap naar belastingheffing over het werkelijke rendement past het om de kosten, die met de werkelijke inkomsten samenhangen, aftrekbaar te laten zijn. Om de administratieve lasten voor belastingplichtigen en de uitvoeringlasten voor de Belastingdienst binnen de perken te houden wordt onderzocht welke kosten wel en welke niet aftrekbaar moeten worden.

Verliesverrekening

Over de mogelijkheid van verliesverrekening in box 3 moet nog worden nagedacht. Het ligt voor de hand om verliesverrekening uitsluitend binnen de box toe te staan. Dit sluit aan bij de huidige regelingen voor verliesverrekening in box 1 en box 2. Wat de termijn voor de verliesverrekening in box 3 moet worden moet nog worden uitgezocht.

Heffingvrij vermogen, tarief en vrijstellingen

In het huidige stelsel wordt een forfaitair rendement berekend over de rendementsgrondslag voor zover deze meer bedraagt dan het heffingvrije vermogen. In het nieuwe stelsel wordt het heffingvrije vermogen vervangen door een heffingvrij inkomen per fiscale partner. De grondslag voor het nieuwe stelsel wordt het totale inkomen in box 3 voor zover dit het heffingvrije inkomen overschrijdt. Hoe hoog het heffingvrije inkomen wordt staat nog niet vast.

Voor de vormgeving van het tarief zijn meerdere opties denkbaar. Het kan een vast of een progressief tarief worden. Welke vorm en hoogte het tarief krijgt is nog niet vastgesteld.

Uitgangspunt bij de overgang naar het nieuwe stelsel is dat de huidige vrijstellingen worden gehandhaafd, tenzij er aanleiding is om een vrijstelling anders vorm te geven of af te schaffen.